Er was eens een man die werd achterna gezeten door een eenhoorn. Vroeg of laat zou de eenhoorn de man inhalen, dus hij besloot zo snel mogelijk naar de top van de eerstvolgende boom te klimmen. Dit bleek een boom te zijn die door de wind krom gebogen was en nu over een diepe put hing. Onderin de put was een draak. De arme man kon de boom niet meer uit, want de eenhoorn stond hem al op te wachten. Tot overmaat van ramp begonnen ratten aan de boom te knagen. De man dacht na, maar werd in zijn nadenken onderbroken door het zicht op schitterende vruchten die in zijn boom hingen. Hij proefde ervan en door de overweldigende smaak bleef hij eten, zijn ongeluk compleet vergeten.