Eens in de vijfhonderd jaar of, volgens sommigen, elke honderd jaar al, kortom, eens in het leven van een ongelukkige generatie, verschijnt er een feniks om ieder die geld heeft te verbranden. De feniks komt wanneer men hem niet verwacht en wanneer dus, door de hebzucht van de mens, zijn oogst het grootst is.
Wanneer dan de tijd gekomen is en de feniks voor het eerst in een stad wordt gezien, dan geeft iedereen direct weg het geld dat hij heeft. Huizen worden overhoop gehaald om alle verdwaalde muntjes op te sporen en ze, zodra ze gevonden zijn, met alle haast weg te geven. De kleinste hoeveelheid geld kan voor de eigenaar al de dood betekenen. Bij ieder individu komt dan de feniks boven het hoofd hangen en voor een seconde lijkt het alsof de feniks, stil zwevend, zijn oordeel overweegt. Tijdens deze seconde, die, zoals u begrijpt, voelt als een hele dag - of beter gezegd, als een nacht - tijdens deze seconde verliest zelfs de wiskundige zijn rede en is ook de dakloze bang dat er geld bij hem gevonden is. Wanneer een man de hitte van de feniksvleugels boven zijn hoofd voelt, komt er een nieuwe - sommigen zouden zeggen de ware - natuur naar boven; en zoals de feniks continu herboren wordt, zo ervaart ook de mens onder zijn vleugels een nieuwe geboorte. Tijdens deze seconde dus, dat de feniks boven iemand hangt, doet de mens meer dan in een heel jaar. Eerst weegt hij - volkomen objectief - zijn zaak af. Dan, nadat hij zichzelf in gedachte heeft vrijgepleit, besluit hij toch dat dit het moment is om zijn leven te beteren, waarvoor hij - nog steeds slechts in gedachte - een hele reeks beloftes doet, terwijl hij het idee onderdrukt dat hij deze beloftes niet na gaat komen als de feniks hem in leven houdt. Dit doet hij met de zekerheid - hij onderdrukt het besef dat hij liegt met de zekerheid dat de feniks niet alleen zijn gedachten leest, maar als gevolg van de loze beloftes zijn prooi ook nog in leven laat. Zo kunt u een bankier, die op dat moment, gedurende die welbekende seconde, onderzocht wordt door de feniks, uit het niets horen roepen dat hij een belofte doet, terwijl de belofte zelf alleen in zijn hoofd is genoemd. Het is, zoals ik zeg, voor ieder een zekerheid dat de feniks gedachten leest; een zekerheid die bevestigd wordt wanneer de feniks doorvliegt en de man zijn beloftes vergeet. Het is een zekerheid die blijft. De feniks verdwijnt en al het geld wordt verbrand, maar de overlevenden letten vanaf nu op hun gedachten. Zoals u begrijpt, duurt het niet lang voordat de generaties van mensen niet meer geloven dat er een feniks kan komen die gedachten leest en mensen met geld verbrandt. Dan verzamelen de mensen weer geld en wordt dit verhaal alleen nog als sprookje verteld.
Geld